Het Netwerk Immaterieel Erfgoed laat de variëteit aan cultuuruitingen zien die erfgoedgemeenschappen, groepen of individuen zelf erkennen als immaterieel erfgoed. Dit immaterieel erfgoed is door henzelf in het Netwerk aangemeld. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van de beschrijving.

Beschrijving

Vanaf de vroege middeleeuwen stonden er langs de laaglandbeken in het zuiden en oosten van ons land watermolens. De rol die watermolens speelden en soms nog spelen in de vorming van het landschap is lange tijd niet in beeld geweest. Nog minder in beeld was hun invloed op de aquatische biotoop en het klimaat.

Waar een watermolen staat, wordt water in de beek opgestuwd. De opstuwing van water in de beek beïnvloedt zowel het peil van het oppervlaktewater als dat van het grondwater bovenstrooms van de molen. Overstromingsvlakten boden eeuwenlang ruimte voor waterberging, zorgden zo voor een natuurlijke (lichte) bemesting van de beemden en maakten vismigratie mogelijk. Het hoge grondwaterpeil zorgde ervoor dat het landschap niet verdorde. In de  twintigste eeuw zijn veel watermolens verdwenen en stuwpeilen verlaagd. Het was de tijd van ruilverkavelingen, efficiënte benutting van grond voor landbouw en technisch waterbeheer. De grootschalige herinrichting van delen van het landschap in de afgelopen vijftig jaar heeft desastreus uitgepakt en het landschap blijkt erg kwetsbaar te zijn voor de verandering van het klimaat. De natuur verschraalt, verdort en het gebied is kwetsbaar voor onbeheersbare overstromingen.  

Het beheer van de watermolen is recent weer in beeld gekomen, omdat de watermolen door zijn eigenschappen bij uitstek in staat blijkt een bijdrage te leveren aan klimaatadaptatie en tegengaan van verdroging. De molenaars op deze watermolens zijn dus actief bezig met waterbeheer. Zij maken hierbij gebruik van kennis en kunde die van generatie op generatie werd doorgegeven. Inmiddels gaat het niet meer alleen om het produceren van een grondstof (zoals meel, olie, gevolde wol), maar is meer is het  landschapsbeheer een belangrijke reden voor het aanzwengelen van de molen. De molen draait en maalt, maar wordt ook voor een ander doel en op andere wijze ingezet. 

Dankzij molen- en stuwrechten (ook wel waterrechten genoemd) mag een watermolen in bedrijf zijn en het water in de beek opstuwen. De molen- en stuwrechten stammen uit de feodale tijd en zijn zogenaamde oud-vaderlandse rechten (die niet in het burgerlijk wetboek zijn opgenomen) en zijn nog steeds van kracht.  

De molenaar van een watermolen zet de stuwen in om het land onder de ‘stuwschaduw’ van de molen vochtiger te maken, verdroging tegen te gaan en zo de kwaliteit van natuur en landschap te verbeteren. De molenaar moet hiervoor kennis hebben van de molen zelf en van de geschiedenis van het landschap rondom de molen. Ook moet hij/zij de kwaliteit van dit landschap kunnen ‘lezen’. Zo ontstaat het ‘watermolenschap’. 

De watermolenlandschappen laten duidelijk zien hoezeer cultuur, erfgoed en natuur in beekdalen al eeuwenlang op duurzame wijze met elkaar verweven zijn. De kennis en kunde van de molenaar, doorgegeven van generatie op generatie, zorgde ervoor dat de molen bleef draaien, maar ook dat het omringende ‘watermolenlandschap’ in tact bleef. 

 

Contact

De Molenstichting Noord-Brabant
Nuenen
Noord-Brabant
Website