Het Netwerk Immaterieel Erfgoed laat de variëteit aan cultuuruitingen zien die erfgoedgemeenschappen, groepen of individuen zelf erkennen als immaterieel erfgoed. Dit immaterieel erfgoed is door henzelf in het Netwerk aangemeld. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van de beschrijving.

Beschrijving

 

Sinds 2012 vindt er op Terschelling, vier keer per jaar, een demonstratie plaats van paardenmensen en roeiers. De paardenroeireddingboot wordt over de duinen getrokken en via het strand de zee ingebracht. In de branding wordt de boot gelanceerd en roeien de roeiers de boot de zee op. Vroeger gebeurde dit om schipbreukelingen te redden, nu om de techniek van paardenmensen en de roeiers te behouden.

De stichting Museumreddingboot Terschelling heeft de "Secretaris Schumacher"  in 2012 gekocht en gerestaureerd. Deze in 1900 gebouwde paardenroeireddingboot is als enige in Nederland nog operationeel. De van hout gebouwde reddingsloep is voorzien van een dubbele bodem en loosgaten, zodat het overkomende buiswater weg kan lopen. De boot wordt bemenst door tien ervaren roeiers en een schipper.

De lanceerwagen

Om de boot over de duinen en het strand te kunnen vervoeren is er een lanceerwagen nodig. Er is een replica gebouwd omdat er geen origineel meer beschikbaar was. Er zijn 10 tot 12 paarden nodig om de boot in twee of driespannen voort te trekken. De paarden zijn getraind voor dit werk en kunnen reageren op de commando's. Elk span heeft een menner en een helper of helpster. Een wagenvoerder heeft de leiding. Voor het rijden door kuilen en langs hindernissen is oefening en stuurmanskunst vereist. Regelmatig moeten oudere paarden worden vervangen en jongere paarden worden ingewijd. Dat geldt natuurlijk ook voor de menners en begeleiders.

De lancering in zee

Voorafgaand aan de lancering zoeken de schipper en de wagenvoerder de meest geschikte lanceerplaats. Meestal te hoogte van een mui. Amazones gaan op die plaats met hun paarden door het water om kuilen en gaten te lokaliseren, dit te voorkoming van ongevallen met de lanceerwagen. De boot staat onder een kleine helling op de lanceerwagen, de achtersteven hoger dan de voorsteven. De lanceerwagen wordt door vier paarden in zee gebracht, aan beide kanten één. Wanneer de voorste wielen onderwater staan geeft de wagenvoerder het commando om de paarden los te koppelen. De tien roeiers nemen hun riemen op en andere paarden staan gereed aan de tros die aan de kop van de wagen is bevestigd. De schipper trekt de veiligheidspal los en de paarden trekken de lanceerwagen richting het strand, zodat de boot in zee glijdt. De roeiers beginnen te roeien.

De paardenroeireddingboot over zee

De roeiers trekken met kracht aan hun riem en de schipper stuurt met zijn stuurriem. Met deze roeiriem kan hij slechts kleine correcties uitvoeren. Hij geeft de roeiers commando's om met meer of minder kracht aan stuurboord of bakboord te roeien om zijn koers te volgen. Als de boot na de lancering op een zandbank loopt moeten de roeiers uit de boot om hem los te duwen. De schipper houdt ook de aankomende golven in de gaten om de golven op de kop van de reddingboot op te vangen. Bij terugkomst zet de schipper de stopzak aan lange lijnen, een soort drijfanker, overboord. Deze zorgt ervoor dat de boot niet dwars in de golven komt en kan omslaan. Zodra de boot de grond raakt springen de roeiers overboord en duwen de boot hoger het strand op zodat ze kan worden vastgehaakt aan de trekkabel met de paarden.

Terug aan wal

De walploeg zorgt ervoor dat de wagen weer op het droge wordt getrokken. Als de actie te lang duurt is er namelijk het gevaar dat de wielen in het water en het zand weg zakken. De ploeg maakt de wagen op het droge gereed om de boot weer op de wagen te kunnen lieren.

Ontwikkeling door de tijd

Eeuwenlang is er door de reddingstations aan de Nederlandse kust op deze of soortgelijke wijze gewerkt. Door de komst van gemotoriseerde reddingboten en waterdichte tractoren dreigde het te water laten van een paardenroeireddingboot in de branding door middel van paarden, verloren te gaan. Op Terschelling heeft men deze kennis weer tot leven gebracht met vier jaarlijkse demonstraties. Daaraan voorafgaand wordt een groot aantal keren geoefend. Voor zover bekend is Terschelling de enige plaats ter wereld waar dit nog met een roeireddingboot wordt uitgeoefend.

Ontwikkeling

Gezien de relatief grote onderlinge afstanden tussen de manschappen, moeten commando’s en aanwijzingen doorgaans hard geschreeuwd worden om boven het geluid van de branding uit te komen. Met behulp van portofoons is deze communicatie sterk verbeterd en veiliger. Voortkomend uit het roeiend redden is op Terschelling het sloeproeien weer tot leven gebracht met de jaarlijkse race van Harlingen naar Terschelling. Uit de Terschellinger ploegen met gezamenlijk minstens zestig roeiers, kunnen daardoor altijd voldoende ervaren roeiers worden aan getrokken, variërend in leeftijd van twintig tot vijfenzestig jaar. 

De oefeningen en demonstraties van de paardenroeireddingboot wordt breed door de Terschellinger bevolking gedragen. Drie Buurtschappen – Formérum, Lies en Hoorn - en tal van bedrijven helpen om de kosten te dekken. Tevens worden de demonstraties bezocht door toeristen die deze tewaterlating zeer waarderen.

Contact

Museumreddingboot Terschelling
West Terschelling
Friesland