De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland bevat immaterieel erfgoed waarvan de erfgoedgemeenschap, groep of individu een borgingsplan heeft geschreven om het erfgoed toekomst te geven. Dat plan is getoetst door een onafhankelijke Toetsingscommissie. De erfgoedzorg wordt elke drie jaar geëvalueerd.

Beschrijving

Bevloeien van grasland is een landbouwtechniek, waarbij graslanden kunstmatig door stromend water bemest worden met kalk en mineralen uit rivieren, beken en bronnen. Met behulp van de kleinste hoogteverschillen en een ingenieus systeem van sloten en sluizen vloeit het water over de weiden, waardoor een rijk graslandschap ontstaat. Het doel is de grasgroei te stimuleren om uiteindelijk zoveel mogelijk kwalitatief goed gras/hooi te kunnen oogsten.

In Nederland wordt dit nog in twee gebieden gedaan: op de 'Pelterheggen' in Noord Brabant en op 'het Lankheet' in Twente. De onderhoudshandelingen aan het systeem worden in een jaarritme uitgevoerd waarbij het water voortdurend in beweging blijft.

Er zijn verschillende bewateringsschema's voor de winter, het voorjaar en de vroege zomer. Heel interessant wordt het als er vanwege weercondities (i.v.m. te veel of te weinig water) nauw samengewerkt moet worden met de lokale recreatievaart, watermolens, de belangen van agrariërs of het waterschap. Dan moeten schema's worden aangepast. Deze worden besproken en bediscussieerd. Samenhang is een kernbegrip van het bevloeien.

Als de grasgroei op gang is gekomen worden de vloeivelden gemaaid. Dit wordt heel zorgvuldig gedaan, met speciaal uitgeruste machines om schades als insporing en bodemverdichting te voorkomen. Het maaiwerk is specialistisch werk door de kleine oppervlakten per veld, met lastige hoeken, hoogteverschillen en de weinige draai- en keer mogelijkheden. Het deskundig maaien oftewel oogsten van bloemrijk grasland is eveneens belangrijk voor het slagen van de graslandbevloeiing. Op 'het Lankheet' wordt dit uitgevoerd door een SKAL gecertificeerde melkveebedrijf dat er koeien mee voert. Op de Pelterheggen wordt er gemaaid in eigen beheer.

Beoefenaars en betrokkenen

De Stichting Waterpark, Veldwerkcentrum het Lankheet, Vereniging Natuurmonumenten en Beheereenheid Kempen en Midden-Limburg hebben de Traditionele bevloeiing van grasland bijgeschreven in de Inventaris. Bij de traditionele bevloeiing van grasland zijn meerdere organisaties betrokken:

  • Landgoed het Lankheet (Natuurschoonwet BV), de eigenaar van de grond van een van de terreinen, zij leveren ondersteuning bij landschapsherstel en inrichting.
  • Stichting De Groene Waaier, dit is een samenwerkingsverband van lokale terrein beherende organisaties Staatsbosbeheer (Haaksbergerveen), Natuurmonumenten (Buurserzand en Witte Veen) en landgoed het Lankheet (het Lankheet, het Assink en het Aaftink)
  • Waterschap Rijn en IJssel, zij zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer in het stroomgebied en partner in de watervoorziening. Zij zijn medeverantwoordelijk voor het herstel van historische watersystemen, het zuiveringspark en de retentiegebieden.
  • Historische Kring Haaksbergen, de Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie (IVN) en De Schipperskring, zij leveren vrijwilligers voor de bevloeiingspraktijk.
  • Op De Pelterheggen is een team actief dat een rol heeft in het beheer, onderhoud en bescherming van het bevloeiingssysteem.

Geschiedenis en ontwikkeling

De oudste verwijzing naar bevloeiing van graslanden in Nederland dateert uit de 14e eeuw. Grofweg zijn bevloeiingen te onderscheiden in de 'stroomlanden' (graslanden die direct aan de beek liggen en die met eenvoudige stuwen onder water kunnen worden gezet) en opgeleide beken waarmee hoger gelegen grasland in het beekdal kan worden bevloeid.

Vanaf de 18e eeuw werden er door landbouwhervormers met een stedelijke achtergrond andere typen vloeisystemen aangelegd, een fijner water verdeelsysteem, maar arbeidsintensiever. Door de oprichting van landbouwscholen rond 1800 raken daardoor de oude boerensystemen gaandeweg op de achtergrond. Na de private verdeling van de boerenmarken in Nederland, halverwege de 19e eeuw, is het bevloeien vervolgens in omvang afgenomen. Ter verbetering van de landbouw werden vanaf dat moment industriële vloeiweidensystemen aangelegd, grootschalige en geometrische varianten van de oude boerensystemen. Met de opkomst van kunstmest, dat na de Eerste Wereldoorlog door grootschalige productie goedkoop op de markt kwam, verdween ook dit systeem weer. Om de kunstmest niet weg te laten vloeien kon het water namelijk niet meer op het grasland worden geleid maar moest het water juist afgevoerd worden. Daarmee is de vanzelfsprekendheid van bevloeien snel uit het collectieve geheugen verdwenen. Afvoeren en ontwatering werden de afgelopen eeuw de maatstaven van het waterbeheer.
De inmiddels in onbruik geraakte vloeisystemen werden vervolgens door grootschalige ruilverkaveling en landinrichting in de loop van de 20e eeuw vergraven. Een inventarisatie uit 2001 heeft laten zien dat er niettemin nog veel relicten zijn terug te vinden in het landschap. Aan de hand van cartografische-, floristische- en bodemkundige gegevens is echter een reconstructie mogelijk waardoor er herstelplannen gemaakt kunnen worden.

Vandaag de dag is het nut van bevloeien, het behoud en herstel van biodiversiteit, het creëren van een klimaatrobuust landschap (het bergen en vasthouden van water) en een kruidenrijke grasopbrengst (ruwvoer) voor de biologische melkveehouderij uiterst actueel.

Borgingsacties

2021-2024

  • Regelmatig informatie verstrekken aan verschillende instanties, zoals de Deltacommissie, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen, de Unie van Bosgroepen, de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO), Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de eigen waterschappen Rijn en IJssel en De Dommel, de eigen provincies Overijssel en Noord Brabant.
  • Op praktijk- en publieksdagen vertegenwoordigers van bovengenoemde organisaties uitnodigen en ze betrekken bij het opzetten van een cursus graslandbevloeiing.
  • Doorgaan met het laten coördineren van de lespakketten over graslandbevloeiing door het Haaksbergs Onderwijs Overleg (H2O), waardoor 11 van de 14 aangesloten basisscholen participeren in dit educatieproject.
  • Het bestaande lesmateriaal voor het basisonderwijs ontwikkelen door de schooljeugd te betrekken bij demonstratieprojecten.
  • Aan het middelbaar onderwijs een themaproject voorstellen, waarop in meerdere jaren kan worden voortgebouwd (onder meer met veldonderzoek, florakartering enz.). Deze optie bespreken met de onderwijscoördinator van scholengemeenschap Het Assink.
  • Voor de betrokken vrijwilligers een uitwisselingsreisje organiseren tussen de Pelterheggen en het Lankheet.
  • Voor de huidige en toekomstige vrijwilligers een cursus 'traditionele bevloeiing van grasland' ontwikkelen waarna dit cursusvoorstel wordt ingebracht bij en uitgewerkt met het internationale platform Traditionele Bewässering/Kulturerbe Europas in Freiburg.
  • Het gesprek aangaan met de Van Hall Larenstein, University of Applied Sciences, de hoger beroepsopleiding voor natuur- en landschapsbeheer, om de mogelijkheid voor gastlessen of een keuzevak graslandbevloeiing te onderzoeken.
  • De aanliggende agrariërs bij de praktijkdagen betrekken en/of afzonderlijke voorlichtingsactiviteiten organiseren.

Contact

Stichting Waterpark en Veldwerkcentrum Het Lankheet
Haaksbergen