Het Netwerk Immaterieel Erfgoed laat de variëteit aan cultuuruitingen zien die erfgoedgemeenschappen, groepen of individuen zelf erkennen als immaterieel erfgoed. Dit immaterieel erfgoed is door henzelf in het Netwerk aangemeld. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van de beschrijving.

Beschrijving

De Electrische Museumtramlijn in Amsterdam is gevestigd in het Haarlemmeermeerstation in Amsterdam-Zuid en onderhoudt een regelmatige vervoersverbinding tussen Amsterdam, Amstelveen en Bovenkerk. met historische electrische tramstellen uit Amsterdam, andere delen van het land en diverse Europese hoofdsteden. Voorts verzorgt de EMA ritten over het spoornet van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf in de hoofdstad. De EMA is een spoorwegmaatschappij welke volledig door vrijwilligers in stand wordt gehouden, zonder (overheids-) subsidies.

De EMA is aangesloten bij de Wijkraad Zuid-West Amsterdam, dat sedert 63 jaren een platform is van bewonersorganisaties, bewonersinitiatieven en individuele burgers ten behoeve van de collectieve belangenbehartiging in Amsterdam-Zuid.

De EMA houdt het immateriële cultuur van de electrische tramwegen van de afgelopen honderdenvijftig jaar in stand. De EMA verzorgt daartoe zelf de opleidingen voor haar baanpersoneel: trambestuurders en conducteurs, de baanonderhoudsploeg, waar nieuwe vrijwilligers, herintreders, technische studenten en stagaires de klassieke technieken leren toepassen die nodig zijn voor het onderhoud van de spoorbaan, de bovenleiding, bruggen en overwegen. De technische onderhoudsploeg draagt de kennis omtrent de bouw, restauratie, reparatie en onderhoud van klassieke trams over aan nieuwe generaties en tienduizenden dagjesmensen. 

De hechte cultuur van het vrijwillige EMA spoorwegpersoneel wordt ons overgeleverd uit lang vervlogen tijden. De vriendelijke bejegening en de waarborging van de veiligheid aan boord van de historische trams is uniek. De papieren vervoersbewijzen worden nog contant afgerekend en echt door de controleur geknipt. Vakkundige kennis omtrent veiligheid op het spoor en de eigenaardigheden van de vaste verbindingen tussen Bovenkerk, Amstelveen en Amsterdam worden zo doorgegeven. Ook bemensen de vrijwilligers de museumwinkel als een stationskiosk, wordt de verkoop van vervoersbewijzen op de stations in Amstelveen en Amsterdam Oud-Zuid gewaarborgd.

Alle klassieke rituelen, vakkundige opleidingen, door de EMA samengestelde vakkundige instructieboeken van trambestuurders, rangeerders, conducteurs, verkeersleiding, baan- en technische onderhoudsploegen van de EMA, etc. worden in stand gehouden, doorgegeven en soms enigszins vernieuwd, aan nieuwe generaties en het publiek. 

Deze constellatie is dusdanig uniek dat de Gemeenteraad van Amstelveen, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Federatie Nederlands Vakverbond, Wijkraad Zuid-West Amsterdam en de Minister van Verkeer en Waterstaat zich in 2018 uit heeft gesproken voor het behoud van de Electrische Museumtramlijn Amsterdam. Inmiddels heeft Wijkraad Zuid-West Amsterdam Gedeputeerde Staten voor Noord-Holland en de Gemeenteraden van Amstelveen en Amsterdam verzocht om de complete museumspoorlijn aan te wijzen als provinciaal, respectievelijk gemeentelijk monument.

 

 

Beoefenaars en betrokkenen

Betrokkenen bij de Electrische Museumtramlijn zijn het complete vrijwilligerskorps, bestaande uit goed opgeleidde tramcinducteurs, rangeerders, trambestuurders, restauratieploeg, technische onderhoudsploeg, baanonderhoudsploeg, de ploeg die onderhoud pleegt aan het groen langs de spoorbaan en de vrijwillige bestuurders van de EMA. 

Geschiedenis en ontwikkeling

De spoorlijn was oorspronkelijk onderdeel van de inmiddels verdwenen Haarlemmerspoorlijnen. Deze werden tussen 1912 en 1918 aangelegd, maar succes bleven uit. Vanaf de jaren 30 van de vorige eeuw vervielen de personendiensten. De goederendiensten hielden het tot in de jaren 70 uit. Het Haarlemmermeerstation werd niet meer aangedaan. In 1986 vertrok de laatste trein uit Uithoorn naar Nieuwersluis. Wij kregen toestemming om het ongebruikte deel van de spoorlijn voor historische trams te gebruiken. In 1975 beleefde de museumtramlijn het eerste rijseizoen, vanaf het Haarlemmermeerstation tot aan de Ringweg A10, zo′n 1,5 kilometer in lengte. Vanaf dat punt gebruikte de NS de lijn om treinstellen voor de toen nog geïsoleerd liggende Schiphollijn aan- en af te voeren. Toen de Schiphollijn gereed kwam kon de museumtramlijn uitbreiden richting Amstelveen en is de lijn in fases gegroeid tot wat het nu is, ruim 7 kilometer. De gemiddelde tramlijn in de stad Amsterdam heeft ongeveer dezelfde lengte. Informeel heeft de lijn een lijnnummer en wel 30. In de praktijk wordt dat nummer vrijwel niet gebruikt. Naar Amsterdamse traditie kreeg de lijn ook een kleur: schuin groen-rood is, geheel volgens het lijnkleurensysteem van het Gemeentevervoerbedrijf. De historische trams rijden over het laatste restant van de voormalige Haarlemmermeerspoorlijn langs het Amsterdamse Bos, het grootste recreatiegebied in Amsterdam. Verschillende attracties in het bos, waaronder Fun Forest en boerderij Meerzicht, zijn vanaf onze haltes gemakkelijk te voet bereikbaar. Tussen Amstelveen en het eindpunt Bovenkerk biedt de tram een fraai uitzicht op De Poel.

Contact

Wijkraad Zuid-West Amsterdam
Amsterdam
Noord-Holland
Website