De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland bevat immaterieel erfgoed waarvan de erfgoedgemeenschap, groep of individu een borgingsplan heeft geschreven om het erfgoed toekomst te geven. Dat plan is getoetst door een onafhankelijke Toetsingscommissie. De erfgoedzorg wordt elke drie jaar geëvalueerd.

Beschrijving

De schipper Bruine Vloot vaart samen met passagiers op traditionele schepen uit om recreatieve en/of educatieve redenen. De Bruine Vloot wordt ook wel chartervloot genoemd. De schipper waakt samen met de bemanning over de veiligheid terwijl zij zich op een zo duurzaam mogelijke manier van A naar B verplaatsen. Dit vereist specifieke kennis en vaardigheden over en rond het schip, de navigatie en de meteorologie. Naast nautische kennis hebben zij ook kennis over de natuur, geografie en de omgeving in brede zin.

De passagiers doen vaak actief mee met de bemanning. Onder begeleiding zetten zij de zeilen, trimmen, klimmen zij in de want, bedienen de zwaarden of draaien ze mee in de wachten. Soms laten zij zich alleen vervoeren en vermaken.

Ook het onderhoud van het schip en de techniek aan boord horen erbij. Als er niet wordt gevaren, meestal in de winter, worden de zeilen gecontroleerd en hersteld, en pakt men kleinere klussen op als roest bikken, schilderen, lakken en schoonmaken. Ook volgen schippers en bemanning opleidingen en cursussen. Elke schipper van de Bruine Vloot is opgeleid en gediplomeerd, maar de praktijk is de grootste leermeester. Iedere schipper is als deksman of ‘maat’ begonnen en heeft zo het vak aan boord geleerd: het jargon, de handelingen bij het zeilen, het aanleggen en afmeren, het aansturen van de passagiers en het manoeuvreren in de havens.

De schepen van de Bruine Vloot vormen het levende decor van veel havensteden. Tijdens het zeilen dragen de schepen en de schippers bij aan het cultuurlandschap. Op internationale maritieme evenementen (‘sails’) trekken ze een miljoenenpubliek.

Beoefenaars en betrokkenen

Een groep van circa 1700 eigenaren-schippers, ‘zetschippers’ (schippers die op het schip van een ander varen) en maten/deksmannen is aangesloten bij de BBZ, de branchevereniging van schippers en professionals in de Bruine Vloot, die bij deze voordracht het voortouw heeft genomen. Ongeveer de helft van de scheepseigenaren in de zeilende binnenvaart is aangesloten bij de BBZ, op zee ligt dat percentage hoger.

De schippers zeggen voor het vak te kiezen uit liefde voor het varen, de traditionele schepen en door de bijzondere combinatie van vaardigheden die je moet beheersen. Velen omschrijven het als meer dan een beroep: het is een levensstijl. Sommigen wonen op hun schip. Als de schepen niet varen, liggen ze in een haven en komen collega-schippers elkaar tegen, in steeds weer een andere haven. Dat schept een band en veel schippers herkennen de schepen van hun collega’s al vanaf een grote afstand.

De schippers van de Bruine Vloot zijn via maritieme opleidingsinstituten, musea, specialistische ambachtslieden, historische havens en werven, nauw verbonden met andere delen van het Nederlandse varend erfgoed en vormen tegelijk de schakel met de moderne maritieme sector.

Geschiedenis en ontwikkeling

Er werd al op zeer kleine schaal ‘gecharterd’ vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw. De welgestelde burger kreeg een vrachtschipper soms zover om een tocht te ondernemen tegen een geldbedrag. In de jaren '60 en '70 werden door schaalvergroting en vernieuwing in de binnenvaart de oude vrachtschepen zonder motoren en vissersschepen zoals ‘botters’ steeds minder interessant. Er kwam een sloopregeling voor onrendabele binnenvaartschepen en zo is er veel op de schroothoop gegaan. Andere schepen werden voor een laag bedrag gekocht door een groep mensen, veelal ‘hippies’, met een liefde voor oude schepen en een hang naar een eenvoudiger, alternatiever bestaan.

Het opknappen en weer onder zeil brengen was kostbaar en intensief, maar door op de schepen te wonen en ermee te varen – nu met passagiers in plaats van vracht – kon men de kosten terugverdienen. Zo creëerde een groep ‘bruine vlootschippers’ voor deze vaartuigen een nieuw economisch bestaan. Vanaf 1978 begon de Enkhuizer Zeevaartschool opleidingen voor de Bruine Vloot aan te bieden en in 1979 richtte men de branchevereniging voor de beroepschartervaart op, die overleg met overheden ging voeren en anticipeerde op ontwikkelingen.

In de jaren 1980 en 1990 nam de aandacht voor meer comfort aan boord toe. Sommige schepen werden volledig verbouwd en aan moderne wensen aangepast, andere schepen bleven vrijwel onaangetast of werden kleinschalig door de schipper gerestaureerd. Nederland kent zodoende een grote diversiteit aan schepen binnen de Bruine Vloot.

Borgingsacties

  • Contacten onderhouden met maritieme musea zodat het beroep vastgelegd en gecollecteerd wordt en er op termijn onderzoek mogelijk is
  • Samen met de Federatie Varend Erfgoed Nederland en de Enkhuizer Zeevaartschool een stichting oprichten
  • Namens deze stichting een nieuwsbrief uitsturen vanaf januari 2024 aan alle aangesloten bruine vlootschippers
  • Onderzoek doen naar differentiatiemogelijkheden in reisbestemming, reistype, leeftijd en belangstelling van doelgroepen
  • Cursussen aanbieden aan schippers, bijvoorbeeld in differentiatie van hun aanbod, ondernemerschap, marketing en financieel management
  • Kennis van het vak en de sector combineren met financiële kennis combineren in een kredietunie van schippers (zal medio 2024 operationeel zijn)
  • Binnen de kredietunie coaches inzetbaar maken die de ondernemende schippers helpen om de risico’s af te wegen en stappen te zetten
  • In overleg blijven met schippers en overheidsinstanties over veiligheidsnormen en periodieke controles houden en in gesprek over materiaalkennis
  • Onderdeel uitmaken van de ‘taskforce veiligheid’ welke werd opgericht door het ministerie van I&W.
  • Een verkregen overheidssubsidie inzetten voor een stappenplan of routekaart voor schippers om verduurzamingsacties te realiseren die zo goed mogelijk bij het eigen bedrijf passen
  • Onderzoeken naar duurzame motoren, technische aanpassingen en verdienmodellen aan externe opleidingsinstituten stimuleren en monitoren, bijvoorbeeld bij de Hogeschool Rotterdam en de Technische Universiteit Delft waar momenteel onderzoeken lopen
  • Ondersteunen van innovatieve pilots zoals de elektrificatie van schepen

Contact

BBZ
Enkhuizen