Verslag Presentatie Kennisagenda

presentatie Kennisagenda

Op een herfstige vrijdag in november 2018 presenteerde het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland de Kennisagenda 2017-2020. In deze Kennisagenda worden de onderzoekslijnen gepresenteerd waar het Kenniscentrum  de komende jaren gaat inzetten. De Kennisagenda kunt u hier downloaden.

Met de Kennisagenda speelt het Kenniscentrum in op actuele vragen die leven bij de erfgoedgemeenschappen. Het Kenniscentrum probeert via elke onderzoekslijn handvatten en kennis te ontwikkelen als antwoord op uitdagingen en vraagstukken uit de praktijk. Daarbij hanteert het Kenniscentrum de methode die internationaal bekend staat als 'participatory research', waarbij in alle fasen van het onderzoek de erfgoedgemeenschappen zoveel mogelijk betrokken worden. Deze 'bottom up approach', waaraan de UNESCO Conventie inzake de bescherming van het immaterieel erfgoed mede haar kracht ontleent, is ook voor andere erfgoedsectoren van belang, die streven naar meer publieksparticipatie.

Interne en externe discussie

Een heel actueel vraagstuk is dat van controversieel immaterieel erfgoed. Dit immaterieel erfgoed waarover discussie is in de samenleving roept veel verschillende emoties en meningen op. In een interactief gedeelte tijdens de presentatie van deze onderzoekslijn kwam dit duidelijk naar voren. Door enkele voorbeelden van controversieel immaterieel erfgoed te benoemen en bespreken, bleek dat er verschillend gedacht wordt over het betreffende erfgoed, ook binnen de gemeenschap zelf. Pride Amsterdam is hiervan een mooi voorbeeld. Dit is niet verrassend, zo betoogde Karel Loeff van Erfgoedvereniging Heemschut. Pride Amsterdam werd ooit opgezet om discussie op te roepen.

Samen leven

Tijdens de tweede presentatie stond de West-Kruiskade in Rotterdam centraal als speciale casus in de onderzoekslijn Immaterieel erfgoed & Superdiversiteit. Alice Fortes en Jinai Looi, twee ondernemers van de West-Kruiskade, werden geïnterviewd over hun ervaringen met de manier waarop op de West-Kruiskade 174 nationaliteiten samen leven en de rol die immaterieel erfgoed daarin speelt. Is het Rotterdamse model ook bruikbaar voor andere gemeenten? Niet in alle opzichten, zo betoogde Alice Fortes, maar het is zeker belangrijk om kennis te nemen van dit Rotterdamse ondernemersmodel. Het is één van de vragen die onderzocht zal worden in deze onderzoekslijn, onder andere door onderzoek te doen naar een stad in het oosten van het land.  

Uitwisseling

Hierna was er de mogelijkheid om ideeën uit te wisselen tijdens de lunchpauze en op een ‘marktplaats’ met kramen . Deze kramen waren ingericht door verschillende netwerkpartners en erfgoedgemeenschappen, die betrokken zijn bij de onderzoekslijnen, zoals de LKCA, de Hollandse manege / Levend paardenmuseum, de Universiteit Utrecht en de Paardenmarkt in Elst. Er was een interessante mix tussen erfgoedbeoefenaren en erfgoedprofessionals. Speciale vermelding verdient de stand van Erfgoed Jong!, die de stem van jongeren vertegenwoordigde, belangrijk als je een toekomst wil geven aan immaterieel erfgoed.

Immaterieel erfgoedbril

Na de lunch werd de onderzoekslijn Immaterieel Erfgoed & Jongerenculturen gepresenteerd. Door vragen te stellen rond begrippen als borgen en erfgoedgemeenschap, werd aangegeven dat onderzoek naar jongeren en immaterieel erfgoed ons meer kan leren over immaterieel erfgoed. Met een filmpje van drie jonge mensen die een passie hadden voor skaten, voetbal en Geocraft werd getoond hoe je met een immaterieel erfgoedbril kan kijken naar jongerenculturen.

Elkaar leren kennen

Tijdens de presentatie  van de onderzoekslijn Immaterieel & Materieel Erfgoed werden twee sublijnen neergezet: immaterieel erfgoed en onroerend erfgoed en immaterieel erfgoed en roerend erfgoed. Het doel van de onderzoekslijn is om methodieken te ontwikkelen en te verspreiden hoe materieel en immaterieel erfgoed in samenhang geborgd kunnen worden. Voor de eerste sublijn werd Arjen Kok van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geïnterviewd, een belangrijke partner voor het Kenniscentrum in deze onderzoekslijn. Hierbij kwam naar voren dat de materieel erfgoed wereld kan leren van immaterieel erfgoed wat betreft de samenwerking met erfgoedgemeenschappen, waarbij hij het ontwikkelen van participatieve methodieken een sterk punt noemde van de sector van het immaterieel erfgoed. Voor de tweede sublijn werd theatermaker Wijnand Stomp geïnterviewd, die in samenwerking met het Nederlands Openluchtmuseum een Anansiboom heeft opgezet in het museum waaronder Anansi-verhalen worden verteld. In een reflectie op de samenwerking werd duidelijk dat de verschillende partijen, musea en erfgoeddragers, voldoende tijd moeten nemen om elkaar te leren kennen en om gezamenlijke projecten rond immaterieel erfgoed te ontwikkelen waaruit een win-win ontstaat, voor het museum en voor de erfgoedgemeenschap. In het geval van de samenwerking van het NOM is dit goed gelukt.

Rekening houden met diverse stakeholders

Tot slot werd de onderzoekslijn Immaterieel Erfgoed & Toerisme gepresenteerd. In deze lijn wordt  er samengewerkt met docenten van hogescholen die als specialisme Toerisme hebben. Om met een specifieke casus de uitdagingen op het gebied van toerisme in combinatie met immaterieel erfgoed te duiden, werd Rien Sprenger van het Sint Maarten Beraad geïnterviewd. Hij gaf aan dat de samenwerking met Museum Catharijneconvent en Roxanna Wijtsma van Breda University of Applied Sciences veel kansen heeft geboden om Sint Maarten als groot evenement te vieren in Utrecht en bovendien een tour te ontwikkelen langs plaatsen waar Sint Maarten gevierd wordt in Europa. De internationale dimensie is dus van belang. Tegelijkertijd kwam uit het interviewen van Frederike Ouwerkerk en Theresa Dona naar voren dat er rekening moet worden gehouden met veel stakeholders in de toerismewereld, wat kan leiden tot uitdagingen.

Focus en internationale belangstelling

De komende jaren zullen in het teken staan van dialoogtafels met de gemeenschappen; het in samenwerking met partners uit de erfgoedsector organiseren van expertmeetings en studiedagen en het op zoek gaan naar methodieken die voor de gemeenschappen handvatten bieden om aan de slag te gaan met de uitdagingen waar zij voor staan. De resultaten hiervan worden opgeleverd in november 2020. Ook voor andere erfgoedsectoren is de agenda interessant, omdat men daar vaak voor de dezelfde dilemma’s staat. Niet voor niets is de Kennisagenda getiteld: ‘Immaterieel Erfgoed als proeftuin van een mondialiserende samenleving’. Last but not least is er ook internationale belangstelling. Het UNESCO secretariaat in Parijs liet al weten interesesse te hebben naar meer onderzoek naar immaterieel erfgoed in de stedelijke omgeving.

Alle rechten voorbehouden