Immaterieel Erfgoed is ook Gedeeld Cultureel Erfgoed

Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland laat, op verzoek van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, in 2020 de mogelijkheden verkennen voor internationale samenwerking op het gebied van immaterieel erfgoed, als onderdeel van het programma Gedeeld Cultureel Erfgoed (GCE). Het onderzoek richt zich op erfgoedgemeenschappen in Nederland en erfgoedgemeenschappen in de focuslanden van het GCE programma. Dit programma is onderdeel van het internationaal cultuurbeleid van Nederland en richt zich op de landen Australië, Brazilië, India, Indonesië, Japan, Rusland, Sri Lanka, Suriname, Verenigde Staten en Zuid-Afrika.

55925765_2527269783969552_7308021535728467968_n.jpg

Holi Viering: Stichting APNA wil dit feest in 2020 als immaterieel erfgoed bijschrijven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Het feest wordt wereldwijd gevierd door 1,2 miljard mensen, waaronder ook in India en Suriname.

Immaterieel Erfgoed

Het programma Gedeeld Cultureel Erfgoed was tot nu toe vooral gericht op samenwerkingsprojecten rond materieel erfgoed. De afgelopen periode zijn er signalen dat er meer vraag is naar kennisuitwisseling en samenwerking op het gebied van immaterieel erfgoed. Het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft daarom aan Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland gevraagd te onderzoeken in hoeverre het uitvoeringspartner kan worden in de beleidsperiode 2021-2024 op het gebied van immaterieel erfgoed. Waar mogelijk worden connecties gelegd met enkele bestaande aandachtsgebieden van het Kenniscentrum. Die betreffen: immaterieel erfgoed in grootstedelijke context, uitwisseling van innovatie in ambachten en processen van mondialisering in transculturele en transnationale context.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Linn Borghuis en Frank Meijer van projectbureau Cultural Motion. Het onderzoek wordt bottom-up en wederkerig uitgevoerd, uitgaande van het 2003 UNESCO Verdrag. Met dit onderzoek hoopt het Kenniscentrum goed inzicht te krijgen in de wensen en behoeften die er spelen binnen de erfgoedgemeenschappen van de tien focuslanden en met welke (institutionele) partners in de betreffende landen het Kenniscentrum zou kunnen samenwerken in de uitvoering, bijvoorbeeld vergelijkbare NGO’s, erfgoedpartners zoals musea, maar ook ambassades, en dergelijke. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek hoopt het Kenniscentrum in de volgende beleidsperiode activiteiten te kunnen ontplooien, die aansluiten bij de wensen van erfgoedgemeenschappen in Nederland en de focuslanden.

In het onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal:

‘Hoe kan immaterieel erfgoed worden ingebed in het Gedeeld Cultureel Erfgoed programma (2021-2024) en op welke wijze kan het Kenniscentrum / kunnen Immaterieel Erfgoedgemeenschappen uit Nederland en de gekozen focuslanden hieraan bijdragen?’

Plan van Aanpak

Het onderzoek bevat de volgende stappen, uit te voeren in de periode januari - augustus 2020:

  1. Het eerste deel van het onderzoek is een bureauonderzoek om (activiteiten rondom) immaterieel erfgoed op hoofdlijnen in kaart te brengen, uitgaande van de tien focuslanden.
  2. In het tweede deel wordt een casusonderzoek uitgevoerd in drie focuslanden, te weten Suriname, India en Zuid-Afrika, en specifieker enkele erfgoedgemeenschappen binnen die landen om te identificeren waar de behoefte/vraag ligt op het gebied van immaterieel erfgoed. Daarnaast wordt een enquête uitgezet bij Nederlandse ambassades en NGO’s in de overige focuslanden om een totaalbeeld te krijgen van de vraag en behoefte uit deze landen.
  3. In derde deel wordt gekeken naar de inbedding van het immaterieel erfgoed binnen het GCE-programma, door het organiseren van een netwerkmeeting met vertegenwoordigers uit het GCE-netwerk.
  4. Ten slotte wordt in augustus een eindrapportage opgeleverd waar concrete aanbevelingen worden gedaan voor de beleidsperiode 2021-2024. Dit rapport zal in aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden aangeboden en de uitkomsten worden meegenomen in het Internationaal Cultuurbeleid 2021-2024 (GCE programma).
Alle rechten voorbehouden