Corsocultuur

Corsocultuur omvat meer dan alleen het evenement corso. (Vrienden)groepen of buurtschappen zijn vaak maandenlang bezig met de bouw van hun creatie. Corsobouwen is een sociale aangelegenheid. Samen wat drinken of eten na het bouwen en regelmatig feesten zijn net zo belangrijk als de bouw zelf. Het onderdeel uitmaken van de groep, saamhorigheid en iets kunnen bijdragen vormen de belangrijkste motivatie om mee te doen.

Wat is een corso ?

Een corso is een jaarlijkse optocht van creaties met producten zoals bloemen, fruit, groenten en wat dies meer zij. De parade wordt vaak verrijkt met muziekkorpsen en theater. Enkele vinden ‘s avonds plaats en worden dan verlicht. Het is een competitie: de mooiste creatie, ter beoordeling van een jury, wint de prijs.

Corso's in Netwerk, Inventaris en Register

Nederland telt 30 corso's, waarvan er diverse zijn opgenomen in het Netwerk en de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De corso’s zijn verenigd in de Corsokoepel, die is opgenomen in het Register van Inspirerende Voorbeelden van Borging. Onderaan de pagina zie je een overzicht van de corso's in het Netwerk en de Inventaris.


Beoefenaars

Elk corso heeft bouwgroepen of buurtschappen die jaarlijks een creatie bouwen en indien van toepassing een bloemenveld onderhouden. De grootte varieert van een tiental mensen tot enkele honderden. In totaal werken ongeveer 75.000 vrijwilligers actief mee aan de bouw van de creaties.

De organisatie van de corso’s is in handen van besturen en werkgroepen, samen ongeveer 2.500 vrijwilligers. Daarnaast zijn er tijdens het evenement nog andere vrijwilligers actief zoals juryleden, figuranten, muzikanten, gildes, verkeersregelaars, optochtbegeleiders, fotografen etc. Dit zijn naar schatting 5.000 vrijwilligers.

De corso-evenementen trekken jaarlijks meer dan 1.500.000 bezoekers uit binnen- en buitenland. De tv-uitzendingen trekken zowel nationaal als internationaal meer dan 2.000.000 kijkers.

Ook de lokale en regionale overheden zijn nauw betrokken bij de Corsocultuur. Daarbij valt te denken aan bouw- en evenementenvergunningen, facilitaire zaken, subsidies en de omgevingsvisie.


Locaties

Er zijn dertig corso’s verspreid over heel het land. De meeste corso’s vinden plaats in dorpen. Doorgaans heeft elke groep die met een creatie deelneemt aan het corso, zijn eigen bouwlocatie, ergens in of vlak buiten het dorp waar het corso plaatsvindt. Tijdens het evenement trekt de stoet van wagens of boten door het dorp, publiek kijkt langs de kant van de weg of vanaf tribunes naar de optocht.

De onderlinge diversiteit van de corso’s is groot: meestal zijn het rijdende creaties, maar er zijn ook varende corso’s en stilstaande bloemenmozaïeken.

De meeste corso’s gebruiken bloemen. In het voorjaar bolbloemen (tulp, hyacint en narcis) en in de zomer dahlia’s. Veel corso’s telen hun eigen bloemen. Dahlia’s’ kunnen meerdere keren worden geoogst en worden tussen corso’s onderling uitgewisseld. Er is ook een Fruitcorso (Tiel). Veel corso’s gebruiken alternatieve producten zoals groenten, sierteelt, riet, schors, gras, zaden, planten etc.


Corsokoepel

De corso's in Nederland hebben zich verenigigd in de Corsokoepel. Deze samenwerking is opgenomen in het Register van Inspirerende Voorbeelden van Borging, waarmee de methodiek gedeeld wordt van het opzetten van een Landelijke samenwerking: de Corsokoepel


Voordracht voor UNESCO Lijst

Minister Ingrid van Engelshoven heeft bekend gemaakt dat ze de Corsocultuur wil voordragen voor de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van UNESCO. De corso's, het Kenniscentrum en het ministerie van OCW  hebben hard gewerkt om het dossier af te maken en voor 31 maart 2020 in te dienen bij UNESCO. Daar is de voordracht nu in behandeling.