De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland bevat immaterieel erfgoed waarvan de erfgoedgemeenschap, groep of individu een borgingsplan heeft geschreven om het erfgoed toekomst te geven. Dat plan is getoetst door een onafhankelijke Toetsingscommissie. De erfgoedzorg wordt elke drie jaar geëvalueerd.

Beschrijving

De Cramignon wordt gedanst in acht dorpen in de grensregio tussen Zuid-Limburg en België. Het is een reidans waarbij jongens en meisjes elkaar bij de hand vasthouden en al huppelend en zigzaggend op de vrolijke klanken van de Cramignonmuziek door de straten trekken. Van oudsher mogen enkel vrijgezelle jongens en meisjes deelnemen aan de Cramignon, maar in de loop der jaren is dit veranderd en mag iedereen deelnemen. De kapitein van de jonkheid gaat voorop in de Cramignon met in zijn linkerhand een bloemen boeket (ook wel het reiboeket genoemd) en in zijn andere hand een meisje. Als een slingerend zigzaggende mensenketting kronkelt de Cramignon zich door het dorp. In sommige dorpen is deze volgorde omgekeerd en gaat een meisje (rei-meid genoemd) voorop, gevolgd door de kapitein van de jonkheid. Met de jonkheid wordt in zijn algemeenheid bedoeld de ongetrouwde jongens (in sommige gevallen tevens meisjes) van het dorp, vanaf 16 jaar. In principe zijn alle ongetrouwde en/of niet-samenwonenden lid van de jonkheid ze betalen in alle dorpen tijdens de jaarlijkse Bronk hun ledengeld. 
 
In sommige plaatsen wordt de eerste Cramignon traditiegetrouw voor de kerk gedanst, waarbij de pastoor in de eerste Cramignon de leiding neemt en voorop gaat. Gedurende deze eerste Cramignon draagt hij het reiboeket over aan de kapitein van de jonkheid, waarna de Cramignon verder gaat. Als de Cramignon later op de dag wordt vervolgd, is de startlocatie meestal een lokaal café, maar al dansend sluiten steeds meer mensen aan. Tussendoor zijn er enkele rustlocaties waar iets gedronken kan worden om daarna weer uitgerust verder te gaan met dansen. Uiteindelijk eindigt de Cramignon bij een van de voornoemde rustlocaties. 
 
De dans is vrijwel hetzelfde in alle dorpen. De Cramignon manifesteert zich op de maandag en dinsdag van het jaarlijkse Bronkfeest, het meerdaagse feest dat volgt op de Sacramentsprocessie. Als de Bronk uittrekt, dan trekt de processie door het dorp en als er gebronkt wordt, gaat het om de traditionele festiviteiten die zich op de dag van of dagen na de processie afspelen. 
 
Enkele weken na de Bronk, wordt in enkele plaatsen de kleine Bronk georganiseerd. Deze kleine Bronk wordt georganiseerd door en voor de lokale kinderen, waarbij de Bronk en Cramignon van enkele weken eerder wordt nagebootst. 

Beoefenaars en betrokkenen

De Cramignon wordt georganiseerd door het bestuur van de diverse jonkheden waarbij ze geassisteerd worden door de overige leden van de jonkheid. 

Verder zijn ook de verschillende besturen van de diverse muziekgezelschappen bij de organisatie betrokken. De horeca-ondernemers openen hun zaak voor de Cramignon evenals meerdere inwoners die hun tuin openstellen. Zij draaien ook geen muziek, maar wachten de Cramignon af. De rustplaatsen zijn van oudsher de oude grote carréboerderijen waar de Cramignon even halt houdt, wat gedronken wordt, en waar walsen en overige feestliederen gespeeld en gedanst worden. Daarna trekt de rei verder.  

Geschiedenis en ontwikkeling

Vanaf 1800 ontwikkelde de Cramignon zich aan beide kanten van de nationale grens, in Wallonië en Zuid-Limburg, op zijn eigen manier. Alhoewel de elitair getinte Luikse sociëteiten hebben geprobeerd de Cramignon te doen herleven door het volkskundig karakter te benadrukken, raakte de Cramignon eind 19e eeuw en begin 20ste eeuw bij de jeugd steeds minder in zwang. De jongeren dansen liever op de moderne wals en galop. 

Rond 1900 zijn het de pastoors op het platteland die de Cramignon een stimulans geven om zodoende de ‘verdorven’ intiemere dansen te ontmoedigen. Daardoor overleefde de Cramignon in de behoudende dorpen en verdween hij in de vooruitstrevendere steden als Luik en Maastricht. De oorsprong van de volkse muziek is niet altijd meer te herleiden omdat de muziek op gehoor werd doorgegeven en vaak niet werd opgeschreven. Door middel van teksten die door de deelnemers van de Cramignon worden gezongen, zoals ‘ao sjoen Nètteke’ en ‘d’n Os’ of ‘Sjtukske sjeenk’ werden de melodieën van generatie op generatie door gegeven. Het kan voor komen dat in het ene dorp dezelfde melodie wordt gespeeld, maar een andere tekst wordt gezongen dan in het andere dorp.  

Tot circa 1940 werd in alle dorpen de Sacramentsprocessie (en dus ook de Bronk) gehouden op de tweede zondag na Pinksteren. Dat is in veel dorpen nog steeds zo, maar omdat het feest in alle dorpen op dezelfde dagen viel, is men daar vanuit commercieel oogpunt mee gaan schuiven. 

De laatste jaren veranderd de Cramignon enigszins. Zo wordt de volgorde van de Cramignon (jongen-meisje-jongen-meisje enz.) niet meer zo strikt gehanteerd en mogen ook niet-vrijgezelle mensen deelnemen aan de Cramignon. Ook wordt er in enkele dorpen een kleine Bronk georganiseerd, waarbij de Cramignon door met name kinderen wordt gedanst. Vroeger mochten kinderen niet deelnemen aan de Cramignon, maar dat is de laatste jaren niet meer het geval. 
 

Borgingsacties

2021-2024

  • Een informatiebrief voor nieuwe inwoners maken, met daarin informatie en uitleg over de Cramignon, inclusief een uitnodiging om de eerstvolgende keer deel te nemen. 
  • Door de bijschrijving in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland de mogelijkheid aangrijpen om de Cramignon wederom onder de aandacht te brengen van de regio, diverse groepen met elkaar te verbinden en een breder publiek kennis te laten maken met deze traditie. 
  • De muziek, beschrijving van activiteiten / gebeurtenissen vastleggen. 
  • Van het Cramignon erfgoed dat door Prof. J. Leerssen (hoogleraar Europese Studies aan de VU Amsterdam en een autoriteit op het gebied van Europese culturele geschiedenis) is vastgelegd, een adequate online presentatie maken.
  • In verband met eventuele wijzigingen in de wet- en regelgeving protocollen vastleggen.

Contact

Cramignon
Margraten