Corsocultuur en Zomercarnaval nominaties voor UNESCO’s Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid

In een brief aan de Tweede Kamer, de dato 28 januari 2020, heeft minister Ingrid van Engelshoven bekend gemaakt dat ze voornemens is de Corsocultuur in Nederland en het Zomercarnaval in Rotterdam voor te dragen voor UNESCO’s Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Het is haar bedoeling om de Corsocultuur al voor 31 maart van dit jaar voor te dragen bij UNESCO en het Zomercarnaval het jaar erop. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland was betrokken bij de consultaties vooraf en heeft ook zitting in de werkgroepen die de nominaties voorbereiden.

Culturele diversiteit

In haar brief schrijft de minister dat ze het belangrijk vindt dat Corsocultuur en Zomercarnaval beide ‘de culturele diversiteit van Nederland weerspiegelen’. Ze schrijft dat de corsocultuur door heel Nederland te vinden is: ‘van de fleurige voorjaarscorso’s in de Bollenstreek tot de creatieve praalwagens opgebouwd uit dahlia’s in bijvoorbeeld Zundert en Lichtenvoorde’.

Over het Zomercarnaval schrijft ze dat het een jaarlijks terugkerend superdivers tropisch festival is in Rotterdam, waar deelnemers en bezoekers uit heel Nederland en daarbuiten op af komen. ‘Wat begon als een Antilliaans carnaval met als doel culturele ontmoeting te bevorderen is uitgegroeid tot een multicultureel feest waar meer dan 25 verschillende herkomstculturen aan deelnemen’.

Zowel bij de corso’s als bij het Zomercarnaval zijn duizenden deelnemers en vrijwilligers betrokken en er komen vele tienduizenden (bij elkaar honderdduizenden) bezoekers op af. De minister spreekt uit dat het mogelijk moet zijn om op korte termijn een uitstekend nominatiedossier samen te stellen. In het geval van de Corsocultuur al voor 31 maart 2020, voor een mogelijke inschrijving eind 2021. 

Procedure

Het Kenniscentrum brengt jaarlijks in kaart welke erfgoedgemeenschappen met immaterieel erfgoed in de Inventaris open zouden staan voor nominatie voor een van de UNESCO Lijsten. Dit vormt voor de Raad voor Cultuur het uitgangspunt voor haar advies aan de minister. De minister heeft het advies van de Raad overgenomen om Corsocultuur en Zomercarnaval te nomineren bij UNESCO. De Corsokoepel en Stichting Zomercarnaval Nederland vormen samen met het Kenniscentrum en het Ministerie van OCW werkgroepen om de nominatiedossiers op te stellen.

Het is de intentie dat de nominatie van Corsocultuur voor 31 maart 2020 bij UNESCO wordt ingediend, zodat het Comité van het UNESCO Verdrag het daarop volgende jaar het besluit kan nemen of de Corsocultuur opgenomen kan worden in de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. De nominatie van Zomercarnaval zal  in 2021 bij UNESCO worden ingediend, is de bedoeling.

Caribisch gebied

Daarnaast zegt de minister dat ze in het Vierlandenoverleg met haar collega-ministers de mogelijkheden zal bespreken van nominatie uit het Caribisch gebied. Op verzoek van de minister heeft de Raad voor Cultuur nadrukkelijk gekeken naar kansrijke kandidaten voor nominatie op de eilanden, op basis van de peiling van de belangstelling daar door het Kenniscentrum. Immaterieel erfgoed elementen die onder meer genoemd werden zijn Tambú’, een muziektraditie met zang en dans die is ontstaan in de tijd van de slavernij, en ‘Kaha di òrgel’, muziek en muziekinstrument van de benedenwindse eilanden.

 

Alle rechten voorbehouden