Het Netwerk Immaterieel Erfgoed laat de variëteit aan cultuuruitingen zien die erfgoedgemeenschappen, groepen of individuen zelf erkennen als immaterieel erfgoed. Dit immaterieel erfgoed is door henzelf in het Netwerk aangemeld. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van de beschrijving.

Beschrijving

De kennis van de boer is daarin gelegen dat hij of zij de omstandigheden waaronder gewerkt wordt zo naar zijn/haar hand zal proberen te zetten om een maximale oogst of opbrengst te behalen. De mogelijkheden daartoe zijn verschillend. Elk aspect van het boerenbedrijf kan naar gelang de omstandigheden veranderen van invloed zijn op het resultaat.

Hoewel de meeste boeren tegenwoordig voor een gespecialiseerde vorm van boeren hebben gekozen is het gemengde bedrijf, de oervorm van boeren, weer bezig aan een gestage opgang onder boeren die meer duurzaam en met oog voor biodiversiteit willen produceren. Zij zien die vorm van boeren, waarbij de dieren op een boerderij veelal een tweeledig doel dienen als mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van hun bedrijfstak. De dieren leverden vlees op maar ook melk, eieren en wol en zij begrazen het land. De mest uit de stallen kan als organisch materiaal, weer op het land gebracht. Deze vorm circulaire landbouw versterkte zichzelf gestaag door de eeuwen heen. De grond verbeterde door de toevoeging van organische materialen. En de boer hoefde niet op één oogst te gokken maar op verschillende oogsten en opbrengsten. Net als zijn voorgangers in het verleden doet de hedendaagse duurzame boer aan landbouw, én aan tuinbouw, én aan veeteelt, zodat hij een misoogst kan opvangen met opbrengsten van zijn land en vee.

Kennisverwerving, leren hoe je met de grond en de elementen om kan gaan, was steeds een hele belangrijke factor om als boer te kunnen werken. Families ontgonnen dergelijke locaties doorgaans in fases en omdat boerenfamilies vaak generaties op een zelfde plek, in dezelfde regio blijven wonen, wordt specifieke kennis over de omstandigheden waar hij/zij zoal mee te maken kan krijgen van generatie op generatie doorgegeven. Door een plek tot exploitatie te brengen kan de boer dat landschap, haar kenmerken en de voorwaarden leren kennen, en minstens zo belangrijk, daarop leren te anticiperen.                                                                                                                                              De manieren om de bodem(gesteldheid) te verbeteren bijvoorbeeld door de gronden te ontwateren, of juist water, een van nature te droog gebied, inbrengen. Het kweken van specifieke gewassen, het kruisen van die rassen en het onderhouden van de grond en de gebouwen vroeg om een constante innovatie van het boerenbedrijf door de eeuwen heen.

De introductie van kunstmest in de tweede helft van 19e eeuw veranderde de manier van werken voor de boeren, een proces van specialisatie werd in gang gezet, dat met de wederopbouw na de WOII en de herverkaveling bezegeld zou worden. De nadruk voor de boer, kwam eenzijdig te liggen op productie en opbrengst vermeerdering. De wederkerige relatie tussen bodemvoeding en opbrengst, de samenhang met de context verdween.

Maar de mogelijkheid om een goed inkomen te verkrijgen nam, door de toepassing van kunstmest, voor veel boeren wel enorm toe. De circulaire basis van het boerenbedrijf werd verruild voor een hoog productieniveau. Maar kunstmest alleen, blijkt niet genoeg voor een rijk bodemleven. Juist de laatste jaren wordt erkend dat ook juist andere processen de kwaliteit van onze land en tuinbouwgronden bepalen. De aanwezigheid van schimmels, wormen en andere kleine insecten in de bodem zijn minstens zo belangrijk. Die nieuwe inzichten vragen van de landbouw om een opnieuw te kijken hoe we in balans met ons landschap kunnen oogsten zonder de bodem volledig uit te putten.  Die nieuwe inzichten tonen ook aan dat de historisch opgebouwde boerenkennis nog steeds actueel is.

Contact

Stichting Red de Boer
Epe