Wat het Afákaschrift ons kan leren over erfgoed en perspectief

Wat betekent het om ruimte te maken voor andere verhalen? In deze persoonlijke bijdrage neemt wetenschappelijk medewerker Marlous van den Akker ons mee naar een workshop over het Afákaschrift – een klankschrift ontwikkeld binnen Marron gemeenschappen in Suriname. Wat begint als een kennismaking met 56 symbolen, groeit uit tot een diepgaande reflectie op koloniale machtsstructuren, kennisoverdracht en de noodzaak van meerstemmigheid.

Van den Akker deelt haar inzichten als onderzoeker én als ouder, en laat zien hoe wezenlijk het is om ruimte te maken voor perspectieven die lang zijn genegeerd. Een uitnodiging om anders te kijken, aandachtiger te luisteren – en misschien ook: om iets in jezelf te verschuiven.


Het belang van het vertellen van onvertelde geschiedenissen

Onlangs schreef ik een bijdrage over een scriptie die KIEN ontving in het kader van de Albert van der Zeijden scriptieprijs. Die scriptie, van Pepijn de Koning, voegde naar mijn idee een waardevol perspectief toe aan de geschiedschrijving over de psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch, door te proberen er de ervaringen en positie van een tot dan toe onzichtbare groep aan toe te voegen.

In die bijdrage onderstreepte ik de noodzaak van multi-perspectiviteit in het nadenken over erfgoed en culturele praktijken. Want door de luide stemmen van zij die het in deze samenleving voor het zeggen hebben, blijft veel van wat anders klinkt ongezien en ongehoord. Daarom is het wat mij betreft cruciaal dat erfgoedonderzoekers dominante vertellingen continu bevragen.

De sporen van koloniale kennisdominantie

Die dominante vertellingen zijn niet toevallig dominant geworden. Het is één van de effecten van eeuwenlange koloniale onderdrukking, en wereldbeelden die witte mensen zien als superieur. Als het kolonialisme íets heeft bereikt, dan is het wel dat het witte Westerse kennissystemen en perspectieven tot norm heeft gemaakt, en alle andere vormen van kennis, vaardigheden en wijsheden aan de kant heeft geschoven. Geridiculiseerd at best, gedemoniseerd en blootgesteld aan de koloniale drang tot vernietiging at worst. En precies daarom is het zo ontzettend belangrijk dat we nu maatschappelijk ruimte bieden aan invalshoeken en visies op dit verleden die een ànder verhaal vertellen. Die een ànder geluid afgeven. Die dat witte Westerse perspectief tot op de bodem problematiseren.

Een workshop die perspectieven kantelt

Dat is precies wat de Afáka workshops van Ronald Dijkman, oprichter van de organisatie Wi-Afáka, doen. Afgelopen 11 mei mocht ik er één bijwonen in een trainingsruimte in de Amsterdamse Poort. Je kunt het Afáka schrift omschrijven als een Marron klankschrift dat bestaat uit 56 symbolen, en er valt veel uit te leggen over hoe bestaande woorden te vertalen naar de tekens. Maar het Afákaschrift gaat niet alleen over symbolen en communicatie. Het vertelt een veel groter verhaal over de veerkracht en creativiteit van Marron groepen, en over hoe zij erin slaagden om onder extreem onderdrukkende en gewelddadige koloniale omstandigheden eigen samenlevingen te bouwen in de binnenlanden van Suriname. En over hoe succesvol zij daarin waren. In de dominante, witte geschiedschrijving is geen plek voor dit narratief – maar in de workshops van Wi-Afáka wél.

Ronald Dijkman

Ronald Dijkman, oprichter van Wi-Afáka, tijdens de workshop.

Leren kijken vanuit een ander referentiekader

Wi-Afáka laat je inzien dat hoe de wereld eruitziet, afhangt van waar je staat. Een zes kan een negen zijn, en andersom. Het is maar net vanuit welke hoek je ertegenaan kijkt. En hoe je een situatie interpreteert, hangt bovendien af van welke kennis je hebt over de bredere context. Voor mij onderstreept dit maar weer eens het belang van nieuwsgierigheid, medemenselijkheid en een openheid van geest naar elkaar. Want zonder zo’n basishouding verzanden we gemakkelijk in oordelen, maken we (exotische) karikaturen van mensen die aan de buitenkant niet op ons lijken, en is er het grote risico dat we de racistische wereldbeelden en structuren die onder het kolonialisme lagen steeds blijven herhalen. We moeten dit doorbreken, en daarvoor is het nodig dat we gezichtspunten die dominante vertellingen ter discussie stellen heel serieus nemen.

Wi afaka Marlous van den Akker 2

Het zoontje van Marlous die met het zoontje van Ronald speelt met houten Afáka symbolen.

Erfgoed doorgeven aan de volgende generatie

Afgelopen 11 mei nam ik mijn vijfjarige zoontje mee naar de Amsterdamse Poort. Met trots schrijft hij nu zijn naam in het Afákaschrift. Maar zoals ik het zie, is dat niet de werkelijke winst van die dag. De werkelijke winst zit in dat hij heeft mogen ervaren hoe welkom hij was, hoe je van elkaars culturele achtergrond en culturele praktijken kunt leren, en hoe vanzelfsprekend het is om vriendschappen te sluiten over culturele verschillen heen. Want mijn zoontje en het zoontje van Ronald hit it off. Het beeld van hen tweeën, spelend met Afáka tekens, verwarmt mijn hart. Wanneer we de moeite kunnen opbrengen om elkaar met interesse op te zoeken, en om onze verschillende invalshoeken respectvol met elkaar te bespreken, heb ik hoop dat we op een dag de koloniale fundamenten onder onze samenleving zullen kunnen afbreken. En dat we daarna in staat zullen zijn om er iets voor terug te bouwen waarbinnen we werkelijk gelijkwaardig, en van mens tot mens, zullen kunnen samenleven.  

Alle rechten voorbehouden